Een raar verhaal achter een kruis                                                                                                                            1


Men zegt dat de geschiedenis , eens in de zovele tijd , zich “herhaalt” . Ook in de Limburgse Kempen.
Na 250 jaar te zijn weggeweest ,..leken ze weer héél even terug te komen :de Bokkerijders versie “2.0” !
In de Lentedagen van 1944 kwamen regio Beverlo -Beringen-Hechtel -Koersel meldingen binnen van
ongeruste burgers (en boeren) , over gewapende soldaten met SS signatuur , die plunderden , en het vooral hadden voorzien op …voedsel .
Het zou gaan om 5 “rovers” die bivakkeerden in het uitgestrekte heidegebied .
Ze droegen maskers van zwart stof (tankkledij) ,bij gebrek aan wat anders , maar deden verder geen moeite om hun Waffen SS runen te verbergen .
Andere compagnies ,waartoe de jongeren behoorden , lagen inderdaad ook in de regio verspreid rond het Truppennûbungzplatz Beverloo.
Maar…dit unieke groepje meldde zich niét voor het dagelijkse appèl en deden nergens aan mee.
Wetende dat op dàt ogenblik Jochen (ook Joachim geschreven) Peiper ….inderdaad DE Jochen Peiper ( enkele maanden later , gerelateerd aan het massacre van Malmedy waarbij 86 Amerikaanse soldaten en 164 burgers uit Stavelot het leven lieten , tijdens het allerlaatste

Wacht am RheinArdennenoffensief van het III° Rijk) , een eenheid samenstelde in Limburg , om een te verwachten geallieerd offensief in te dijken .
In maart 1944 kwam de Leibstandarte Adolf Hitler van Joachim Peiper naar Limburg ,om uit te rusten van de vermoeiende campagnes in het oosten De rangen moesten voorzien worden met nieuwe recruten en materiaal .Limburg was erg geschikt : dicht bij Duitsland /ver van de geallieeerde
vliegtuigen/regio Berverloo had genoeg terrein om te oefenen ;want dit was zowaar nodig : de niewelingen waren amper getraind.
Abteiling des SS Pz.Rgts1 “LSSAH”.
Sommigen relativeren de daden van dit groepje als “kwajongensstreken”; anderen zien het als een ernstig militair vergrijp: gezien de SS normen ,die orde /gehoorzaamheid /discipline hoog in het vaandel schrijven .
Toch is dit verhaal ronduit komisch (daarna tragisch) : het lijkt bijna onmogelijk om je je enige tijd te onttrekken aan het toen geldende militaire stramien ; en toén golden nog steeds de “normale regels”… van de SS maatstaven .
Hoogst uitzonderlijk dus , dat een groepje “vrijbuiters” zich dagen en weken kon onttrekken , zonder dat het “iemand” opviel .Behalve dan de gedupeerden .
En toch valt hun afwezigheid blijkbaar niet op in de grootsheid en uithoek van de heidevlakte ; er kamperen leden van de Leibstandarte SS op eigen houtje.

Deze wisten onderling allemaal wel dat de oorlog niet meer te winnen was en de kwaliteit van de Erzats was matig ; de inzet en ijver buitenmaats laag.
Alsnog werd bij verrassing (toeval ?) het groepje na 3 weken gearresteerd door de Feldgendarmerie .
Na een kort , en ongrondig onderzoek vond op 28 Mei 1944 op de Houthalense(Helchteren) vlakte een Feldgericht plaats.(18.00 H)
Officieren Markus Jochem , Dr. Gerhard Franz ,Kommandeur Joachim Peiper , Kommandeur I./SS
Pz.Rgt .1 Kuhlmann en meerdere SS Führers waren daarbij aanwezig;Als verdediger trad Nachrichtenoffizier SS Ustuf Helmut Pönisch op .
De aangeklaagden bekenden schuld ,maar vroegen een kans om zich elders aan het front te bewijzen , om zo hun schulden af te kopen .
Maar het oordeel was hard en meedogenloos , en de veroordeelden werden bij executie terechtgesteld door een 15 delig peleton.
De jonge mannen begrepen niet eens wat hun overkwam….Naar eigen zeggen waren ze gedurende de hele tijd “gewoon” op hun onderduikadres , zo u wil , aanwezig geweest en werden ze niet eens gemist door hun Gruppen- of Zugführer !
Genietend van het mooie weer en compleet zorgeloos werden ze bij toeval ontdekt !
Hoe dan ook : het is duidelijk dat dit voorval “als voorbeeld” moest dienen , en er binnen het regiment , benadrukt werd , dat dit soort dingen niet werd getolereerd .
Na de excecutie liet Joachim Peiper de andere en nieuwe recruten langs de lijken marcheren .
Dit gebeuren werd niet eens gezien als straf , maar een signaal aan de nieuwelingen .Men wilde duidelijk maken dat men het niet hoog ophad voor die nieuwelingen , en dat ze lang niet het respect konden opbrengen van die geharde veteranen .
Er waren er ook die een ander en beter initiatief toonden om hogerop te geraken ; waarbij , in teneur , de Treurgracht in Leopoldsburg een, opnieuw , dieptepunt betekende in menselijkheid.
Gehoorzaamheid en discipline waren EN bleven , ook in dit 5° oorlogsjaar een belangrijk gebod .
Dezelfde avond werd het bevel uitgevoerd .
Triebke (18 jaar) , Detlaff , Wuth en Riedinger werden terechtgesteld en alle 4 werden ze , nu , begraven op het Oorlogskerkhof in Lommel.
Opvallend : de 5° beschuldigde , hoewel ook ge-excecuteerd : Arthur Muller werd NIET in Lommel op 28/5/1944 begraven .

SS Schtz. Hugo Triebke ; blok 25 .Graf 38.


Een intigrerende zaak .

 

 

                                                                             En nu gaan ze boeten ….repressie tegen de “zwarten” Interneringskamp < Beverwald>                                                          2

 

Omringd door hoge prikkeldraad en wachttorens ; op regelmatige afstand geplaatste bewakingstorens , bemand door wachters met machine geweren 

Logisch ; we halen het voor de geest .Bergen Belsen , Auchwitz , Dora ,…

Kleine vergissing : we treden niet eens over de landsgrens heen : dit is de omschrijving van een voormalig interneringskamp “Beverlo” ; opererend vanaf 20 juni 1945 ( met een gevangenverloop tot 4500 gedetineerden ! ) tot 31 december 1949.

In de volksmond smalend “het kamp van de SS mannen” genoemd .

Niet ten onrechte ; er was daar een divers pluimage aanwezig .

Rechtstreeks of onrechtstreeks betrokkenen bij het Duitse leger , Waffen SS , SS Wallonie , SS Vlaanderen , Légion Wallonie , Vlaams Legioen , Kriegsmarine , Rex , Vlaamse Wacht , Fabriekswacht ,Organisation Todt , Zwarte Brigade VNV , ect.

Locatie : ten Z.O. van het voormalige Infanterie kamp , waar de gevangenen voortdurend in groep leefden .

Dit is NIET het interneringskamp van de politieke gevangen uit K-blokken van de cavalerie !

Omwille strafmaat onderling , werden er intern secties voorzien , die…evenzo onafhankelijk van elkaar waren omheind : behalve de bewapende toegangspoorten onderling .

De gevangenen waren niet gemachtigd om te pendelen tussen de secties ; derhalve enkele uitzonderingen met speciale machtiging .

Sectie E : gedetineerden met zware of levenslange veroordeling

Sectie F : de werkonbekwamen

Sectie G : zij die “buiten de muren” konden gaan werken

Sectie H : kampgedeelte voor jongeren , maar in 1946 opgeheven .Administratie en infirmerie nam er intrek.

 

Leefomstandigheden

-de moeilijke opstart , vlak nà einde WO II : overdag moesten de gedetineerden zware handarbeid verrichten : opruimen van het kamp , door bombardementen geruïneerd.Ze moesten dus zorgen voor hun eigen verblijfplaats .Dat opruimen diende te gebeuren in een “versneld tempo” .

Daar dient men zich wel wat bij voor te stellen : naar analogie met het afgeleide “Buchenwald”.

Tijdens de werkzaamheden kregen gevangenen te maken met verbaal & fysiek geweld door de bewakers ; talrijke incidenten met dodelijke afloop zijn gekend .

De rantsoenen waren beperkt en pover van kwaliteit ; iets wat ook voor de buitenwereld het geval was : voedselbonnen en rantsoenering was bij de burgerbevolking evenzeer dagelijkse realiteit .

-Pas vanaf 1949..ontstonden betere werkomstandigheden in het kamp ; met eigen ateliers ( drukkerij & schrijnwerkerij)

 

De bewaking werd vanaf einde 1945 afgesplitst : de “buitenbewaking” bleef in handen van de militaire overheid , en werd verzekerd door het 47 ° Bataljon Fuseliers .

De interne bewaking werd overlaten aan burgers , die “ongewapend” waren .Deze laatsten waren geen gevormde beroepsmensen ,maar gerecruteerd uit de rangen van het Verzet of / en Weerstand .

Door gebrek aan personeel en de na-oorlogse tijdsgeest werden er niet al te hoge eisen gesteld , en dat laatste had gevolgen voor de ge-interneerden .

Op 1mei 1948 nam een Rijkswacht eenheid de militaire taken over .

Om ontsnappingen te minimaliseren , moesten gevangenen een kenteken op hun rug van hun kledij aanbrengen : een opvallend gekleurde driehoek ; ook terug te vinden op hun rechter broekspijp.

Daarnaast : uiteraard een nummer .

Er was Groep “G” met dienst buiten de muren . Hadden zij het beter dan IN het kamp ?

Een deel werd toegewezen aan huishoudelijk werk in kantine of keuken van militaire bewakers .Gelieve graag zelf in te vullen .

Anderen kwamen terecht bij spoorwegonderheid en weer anderen kwamen terecht in de Limburgse ondergrond : de Kempense Steenkoolmijnen , als onderdeel van de “Kolenslag” van premier Achilles van Acker .

In 1946 werden 64.021 Duitse gevangenen tewerkgesteld in de Belgische mijnen .

Waardoor duidelijk werd , dat die “kolenslag” , ZONDER de Duitse gevangen NOOIT had gewonnen kunnen worden .De steenkoolproductie steeg tot 86 % !

En zonder die specifieke tewerkstelling had de Belgische wederopbouw ook NOOIT zo snel verlopen …

Pas in het jaar van de sluiting van het kamp , werd de behandeling van gevangenen “iets correcter” ; rantsoenen bleven pover , maar de door familie gestuurde voedselpakketten werden vanaf nu wel toegestaan .

Evenzeer was er het ontstaan van een culturele toets ; mits goedkeuring van de directie .

Eind 1949 sloot “Beverwald” in Beverlo zijn deuren .